Vooral in
kerken
die veel door
reizigers
bezocht werden, genoot Sint Christoffel een bijzondere verering.
Hij is de patroonheilige van de reizigers. Christoffel was een reus. Zie we daarom zo veel
reusachtige beelden of schilderingen van hem?
De heilige stierf in Lycië (Turkije) als
martelaar
onder de Romeinse keizer Decius (249-251). De oorsprong van zijn
verering ligt in een legende. De reus ontdekte dat de
duivel
machtiger was dan een koning,
en daarom besloot hij de duivel als zijn heer te werkennen.
Tot hij ontdekte dat de duivel op zijn beurt bang was voor het
crucifix.
Hij ging toen op zoek naar
Christus.
Op aanraden van een
kluizenaar
(die werden in het oosten
gezien als zeer wijze mannen) droeg hij
pelgrims
en andere reizigers over een gevaarlijke
rivier.
Op een goede dag wilde een kind overgezet worden. Fluitje van een cent, dacht Christoffel,
maar terwijl hij door het water waadde, werd het kind langzaamaan zo zwaar dat de reus het
haast niet houden kon. Toen de reus bijna verdonk en in doodsnood was,
maakte het reizigertje zich bekend: hij was het
Christuskind. Zo ontmoette Christoffel zijn Heer. Hij bekeerde zich en in plaats van
Reprobus (of Offerus) noemde hij zich 'Christusdrager', Christoforus in het Grieks,
Christoffel bij ons.
Dit mooie verhaal heeft ons dus indrukwekkende afbeeldingen opgeleverd.
Maar nu terug naar de vraag: waarom wordt hij zo groot afgebeeld dat je hem niet over het hoofd kunt zien?
Vaak zelfs over de volle hoogte op een gevel!
Men geloofde dat het zien van een afbeelding van Christoffel voorkwam
dat je plotseling dood zou
blijven (en dus niet meer de 'sacramenten der stervenden' kon ontvangen). Vandaar dat je zijn
reuzenbeeld goed kunt zien, vooral daar waar veel reizigers langs komen.
Terzijde nog een anecdote. De middeleeuwer geloofde van alles en nog wat, zoals het bestaan van fabelwezens.
Zo kon het dan ook gebeuren dat door de verkeerde lezing één letter in
een oud geschrift geloofd werd dat Christoffel hoorde tot een ras van mensen met een hondenkop.
Gezien de afmetingen van de Christoffelafbeeldingen mogen we blij zijn dat de
kunstenaars hier niet van uit gingen.
Tekst: Jean Penders (12-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders